We zijn de strijd voor een leefbare Aarde keihard aan het verliezen. Vanuit dat radicaal eerlijke uitgangspunt onderzoekt Jelle de Graaf wat we nog kunnen doen om de ergste planetaire ontwrichting te stoppen. Gebaseerd op radicale denkers uit de hele wereld en Nederlandse voorbeelden van verzet en activisme bespreekt hij vragen als: Welke strategieën zijn het meest kansrijk om de vernietiging van de planeet te stoppen? En hoe kunnen we enthousiaste, maar uiteindelijk tandeloze klimaatactivisten organiseren tot een krachtige beweging die in staat is de macht van de fossiele industrie te breken?

Lees op Starfish Books meer over Alles staat op het spel en bestel een exemplaar.

Alleen samen hebben we misschien een kans de planetaire crisis te bestrijden. Daarom reis ik deze zomer door Nederland om aan de hand van Alles staat op het spel in gesprek te gaan over nieuwe strategieën voor de klimaatbeweging. In juni ben ik te vinden op de volgende plekken: 

“De Graaf vindt dat de klimaatbeweging niet langer

apolitiek kan blijven. Het is tijd om kleur te bekennen.”

— René Danen, Jacobin NL

“Er is geen tijd meer over. Symbolische actie is niet voldoende,

de enige kans, hoe klein ook, op een leefbare aarde,

is breed en collectief verzet. De schrijver laat zien hoe dat kan. 

— Egbert Wever, Vredesmagazine

“Volgens de graaf is de crisis is vooral een machtsprobleem.

het is niet onwetendheid die ons belemmert,

maar de wurggreep van economische elites op politiek, media en ruimte.”

— Sybren Kooistra, De Helling, Wetenschappelijk Bureau GroenLinks

Discussiegids voor lees- en actiegroepen

De volgende vragen kunnen je helpen om Alles staat op het spel te bespreken met een leesgroep, of je kunt deze gebruiken voor een actiegroep of beweging waar je actief in bent. Je kunt, al dan niet in meerdere sessies, alle vragen één voor één bespreken, maar net zo goed de vragen selecteren die voor jou en je groep het relevantst zijn en daar in één keer bij stil staan. De vragen zijn niet geselecteerd naar hoofdstuk, maar volgen wel grofweg de opbouw van het boek. De vragen voor actiegroepen kan je als je niet in een eigen groep actief bent ook bespreken aan de hand van andere bewegingen.

Algemene vragen:

  • Wanneer werd jij je voor het eerst bewust van de planetaire crisis? Welke emoties riep dit bij je op? Wat zorgde ervoor dat je (niet) in actie kwam (p. 43)?

  • Waar denk je aan als je denkt aan de planetaire crisis? Kijk je vooral naar de uitstoot van broeikasgassen of ook naar andere planetaire grenzen (p. 20)? Als je over de crisis nadenkt wanneer is die dan begonnen? Is hoe je deze twee beantwoordt in de loop der tijd opgeschoven? Heeft dit impact op het soort actie en verzet dat je steunt?

  • Welke impact heeft de (Nederlandse) milieubeweging sinds het verschijnen van Grenzen aan de Groei van de Club van Rome in 1972 gehad? En wat was de impact van de Nederlandse klimaatbeweging de afgelopen vijf jaar? Welke successen heeft deze behaald? Waar faalt deze in?

  • Geloof je in een apolitieke benadering van de planetaire crisis of (meer) dat de klimaatbeweging een duidelijke politieke visie moet formuleren? Waarom?

  • Zou het democratisch ecosocialisme (p. 34) richting kunnen geven aan de Nederlandse klimaatbeweging? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet? Zie je in dat geval een alternatief?

  • Welke rol zie je voor overtuiging (p. 44) in de klimaatbeweging? Welke beperkingen zie je voor strategieën gebaseerd op overtuiging?

  • Waar gaat links de strijd om de (culturele) hegemonie (p. 51) succesvol aan? Waar liggen kansen om deze strijd te voeren?

  • Op dit moment maakt de Nederlandse klimaatbeweging (wanneer die gebruik maakt van de macht van disruptie (p. 65)) vooral gebruik van sociale externe disruptie. Waar zie je kansen voor het veroorzaken van interne (p. 70) en economische disruptie (p. 68)?

  • Kent de Nederlandse klimaatbeweging een radicale flank (p. 94)? Uit welke groep(en) bestaat die? Welke positieve effecten heeft die voor de brede klimaatbeweging? Welke negatieve effecten?

  • Voel je je meer thuis bij de (principïele) aanhangers van geweldloosheid of bij de aanhangers van een diversiteit aan tactieken (p. 95)? Hoe kunnen deze verschillende vleugels van de beweging op een solidaire en effectieve manier naast elkaar bestaan? Wat kan jij daar vanuit jouw voorkeur aan bijdragen?

  • Voel jij je persoonlijk meer thuis bij verandering door burgerlijke ongehoorzaamheid (p. 102), directe actie (p. 112), organizing (p. 119) of institutionele verandering (p. 130)?

  • Hoe kunnen burgerlijke ongehoorzaamheid, directe actie, organizing en institutionele verandering samen bijdragen aan de systemische veranderingen die nodig zijn?

  • Wat zegt het boek over verzet op straat en (langzame) institutionele verandering (p. 130)? Waar voel jij je meer bij thuis? Waarom?

Vragen voor actiegroepen (ook te gebruiken voor anderen):

  • Op welke klimaatactie die je hebt gevoerd ben je het meest trots? Wat was de impact (politiek, economisch, maatschappelijk, op de beweging) van deze actie? Hoe kijk je hier op terug?

  • Aan welke acties heb je meegedaan die gebruik maakten van overtuiging (p. 44)? Wat was het doel van deze acties? Hebben deze acties dit doel bereikt? Tegen welke beperkingen van overtuiging als strategie voor maatschappelijke verandering ben je aangelopen?

  • Heeft jouw groep ervaring met het direct aanvallen van de machthebber (p. 55)? Wat had dit voor positieve effecten? Waar had dit minder of geen effect? Heeft jouw groep ervaring met het indirect aanvallen van (de bronnen van) de machthebber (p. 56)? Wat had dit voor positieve effecten? Waar had dit minder of geen effect?

  • Heeft jouw groep gebruik gemaakt van de macht van disruptie (p. 65)? Welke vormen van disruptieve actie heeft jouw groep gebruikt (sociaal/economisch, extern/intern)? Welk effect hadden deze verschillende vormen van disruptie?

  • Richt jouw actiegroep zich (expliciet) op het veroorzaken van maatsschappelijke kantelpunten? Welke?

  • Wat is de theorie van verandering (p. 78) van je huidige (of meest recente) campagne? Legt deze een geloofwaardig pad af van de beginsituatie naar je doel? Zo nee, wat zou je aan je campagne moeten veranderen om wel een geloofwaardige ‘a-tot-b’-factor te krijgen?

  • Hoe ziet de escalatieladder (p. 78) van je huidige (of meest recente) campagne eruit? Pas de regel-van-drie (p. 79) toe op je meest recente actie en bedenk drie mogelijke vervolgacties die steeds de druk opvoeren.

  • In welke fase (p. 80) zit je campagne? Waar loopt deze tegenaan? Bespreek aan de hand van de verschillende campagnefases wat er nodig is om een stap verder te komen.

  • Waar bevinden de ideeën waar jouw actiegroep zich voor inzet op het Overtonvenster (p. 67)? Probeer je deze dichterbij te brengen door het midden te bewegen of door de zijkanten van het Overtonvenster in beweging te brengen?

  • Waar sta je persoonlijk op het spectrum liberaal-radicaal (p. 92)? Komt dat overeen met waar je actiegroep staat?

  • Waar sta je persoonlijk op de as gematigd-militant (p. 93)? Komt dat overeen met waar je actiegroep staat?

  • Voel jij je persoonlijk meer thuis bij verandering door burgerlijke ongehoorzaamheid (p. 102), directe actie (p. 112), organizing (p. 119) of institutionele verandering (p. 130)? Komt dat overeen met hoe je actiegroep aan verandering werkt?

  • Op welke manier versterken de acties van jouw actiegroep die van andere actiegroepen die andere strategieën en tactieken gebruiken en andersom? Wat zouden jullie kunnen doen om deze wisselwerking te versterken?

  • Hoe evalueert je groep acties en campagnes? Welke criteria gebruiken jullie voor ‘succes’?

  • Wat ga je na het lezen van dit boek anders doen? Wat ga je na het lezen van dit boek vooral hetzelfde blijven doen?