PUBLIEKE ENERGIEVOORZIENING
De weg naar ecologische rechtvaardigheid loopt via het democratiseren van de economie. Dat moet beginnen bij het in publieke handen brengen van de fossiele industrie, om die vervolgens stap voor stap af te bouwen en te sluiten. Dat betoog ik in reactie op het conceptbeginselprogramma van de nieuwe partij die GroenLinks en PvdA gaan oprichten.
De weg naar ecologische rechtvaardigheid loopt via het democratiseren van de economie. Dat moet beginnen bij het in publieke handen brengen van de fossiele industrie, om die vervolgens stap voor stap af te bouwen en te sluiten. Dat betoog ik in reactie op het conceptbeginselprogramma van de nieuwe partij die GroenLinks en PvdA gaan oprichten.
Planetaire ontwrichting bedreigt het leven zoals we dat kennen. Sterker nog, het bedreigt al het leven op Aarde. Dit is geen overdrijving. De verhitting van de planeet, het verlies van biodiversiteit en het overschrijden van andere planetaire grenzen raken de basis van het leven. De planetaire crisis is niet slechts ‘een’ politiek onderwerp, zoals zorg, onderwijs of armoede dat zijn, hoe belangrijk deze onderwerpen elk ook zijn. Het is hét onderwerp waarvan de toekomst van de planeet en haar bewoners afhangt. Hele ecosystemen storten in, een miljoen soorten planten, dieren en schimmels worden met uitsterven bedreigd en steeds grotere delen van de Aarde worden onleefbaar.
We moeten aan de noodrem trekken. De vraag is hoe we dit op een rechtvaardige manier kunnen doen. Dat is dé grote uitdaging voor elke roodgroene politieke beweging.
De eerste stap naar ecologische rechtvaardigheid is het accepteren van de ernst van de planetaire noodtoestand en de noodzaak om snel te handelen. Vaak worden een rechtvaardige transitie en een snelle transitie tegenover elkaar gezet. Het argument hiervoor is dat hoe sneller de transitie gaat, hoe groter de impact op de maatschappij is, en hoe moeilijker het is deze rechtvaardig vorm te geven. Een andere manier om hiernaar te kijken is dat juist een rechtvaardige transitie vraagt om snel handelen.
Er vallen in het mondiale Zuiden, en steeds vaker ook dichter bij huis, nu al slachtoffers. Hoe meer tijd we nemen voor de transitie, hoe waarschijnlijker de kans dat we zelfs de meest dramatische scenario’s van planetaire ontwrichting niet meer kunnen stoppen. Het koolstofbudget – de hoeveelheid CO2 die we in Nederland kunnen uitstoten om een kans van 67 procent te hebben om de verhitting van de planeet te beperken tot 1,5 graden Celsius – is voor Nederland al in 2030 op. We lopen het risico om nu al kantelpunten in het klimaat en de ecologie te bereiken, als we dit niet al gedaan hebben.
“ Urgentie is een randvoorwaarde voor ecologische rechtvaardigheid ”
Een snelle transitie en een rechtvaardige transitie staan niet tegenover elkaar. Urgentie is een randvoorwaarde voor ecologische rechtvaardigheid. De nadrukkelijke vraag is vervolgens welk beleid je voert om de pijn van de transitie eerlijk te delen, en werkenden een zekere toekomst te bieden.
Kracht van het collectief
Hoewel het conceptbeginselprogramma van de nieuwe roodgroene partij de klimaatcrisis nadrukkelijk benoemt, en een gezonde planeet als een van zijn uitgangspunten heeft, onderkent het de unieke bedreiging van de planetaire crisis en de urgentie die nodig is om haar te bestrijden niet. Het lijkt soms bijna alsof de tekst is geschreven in een andere tijd, toen de planetaire crisis mogelijk nog stapsgewijs, zonder systemische veranderingen, kon worden bestreden.
Dat een beginselprogramma bestaat uit vergezichten is logisch, net als de keuze een gedeeld verhaal te beginnen bij de menselijke waarde solidariteit. Een roodgroene beweging zou deze solidariteit echter moeten inbedden in een verhaal dat radicaal eerlijk is over de planetaire crisis.
De tweede stap in het realiseren van ecologische rechtvaardigheid is een heldere analyse van het probleem. Deze moet de vraag beantwoorden: hoe wordt ecologische onrechtvaardigheid veroorzaakt? Hier is het beginselprogramma wél uitgesproken. Zo staat er dat ”de ongeremde kracht van het kapitalisme leidt tot wereldwijde verwoesting van natuur, ecosystemen en biodiversiteit”. Ook de rol van het kolonialisme in het huidige handelssysteem wordt benoemd, al zou dit meer uitgewerkt mogen worden. Maar onder de streep is het duidelijk: planetaire ontwrichting wordt veroorzaakt door een kapitalistisch systeem gebaseerd op oneindige groei, en het kolonialisme waar deze groei op gegrondvest is.
De laatste stap naar ecologische rechtvaardigheid is het stoppen van de ongeremde kracht van dit systeem. Hiervoor grijpt het beginselprogramma naar de ‘mentaliteit van solidariteit en maatschappelijke vooruitgang' in de naoorlogse jaren: “Het besef dat alleen door samenwerking en gericht overheidsbeleid, een meer gelijkwaardige samenleving gecreëerd kon worden waarin het leven voor alle Nederlanders steeds een stukje beter zou worden.”
“ De nieuwe groenrode partij durft het dogma van economische groei nog niet helemaal los te laten ”
We moeten, zo stelt het conceptbeginselprogramma, terug naar de ‘kracht van het collectief’. In de context van planetaire vernietiging is dat meer dan waar. Het programma doet een eerste aanzet van wat er zou moeten gebeuren. Zo schrijft het over ‘selectieve groei’ – de nieuwe groenrode partij durft het dogma van economische groei blijkbaar nog niet helemaal los te laten – en groene industriepolitiek. Hoe dit eruit zou moeten zien blijft vervolgens echter vaag, terwijl juist hier een enorme kans ligt.
Fossiele industrie in publieke handen
Om klimaatvernietiging te bestrijden moeten we de fossiele industrie zo snel mogelijk sluiten. Omdat de gehele economie en maatschappij zijn gebouwd op de ruime beschikbaarheid van fossiele energie gaat dit per definitie enorm ontwrichtend zijn. De vraag is hoe we deze impact kunnen beperken, en het gebruik van fossiele brandstoffen op een snelle maar gecontroleerde en bovenal rechtvaardige manier kunnen afbouwen en stoppen.
Olie-, gas- en kolenbedrijven doen er alles aan om de transitie zo lang mogelijk tegen te houden, uit te stellen en te vertragen. De overheid zou kunnen proberen deze bedrijven met regelgeving, belastingen, afbouwquota en emissieplafonds bij te sturen, maar de praktijk laat zien hoe kwetsbaar dit beleid is voor de hindertactieken waar de fossiele industrie zo goed in is. Een andere optie, die veel meer recht doet aan de ernst van het probleem, is het in publieke handen brengen van de fossiele industrie, om die vervolgens stap voor stap af te bouwen en te sluiten.
Met de fossiele industrie in handen van de overheid kunnen democratisch gecontroleerde bestuurders vanuit het collectief belang besluiten hoe we het gebruik van fossiele brandstoffen afbouwen. Bovendien kan het in publieke handen brengen van de fossiele industrie en de meest vervuilende bedrijven een belangrijke stap zijn in het democratiseren van de bredere economie. Dit kan als voorbeeld dienen voor het opbouwen van een krachtige publieke sector.
Het democratiseren van de fossiele industrie is een uitgelezen mogelijkheid voor een nieuwe roodgroene beweging om kleur te bekennen in het grote vraagstuk van onze tijd, zo niet de hele menselijke geschiedenis. De weg naar ecologische rechtvaardigheid loopt via het democratiseren van de economie.
klimaatontkenning
Er was een tijd dat klimaatontkenning nog makkelijk ter herkennen was. Das war einmal. Nu de klimaatcrisis steeds zichtbaarder is, is de fossiele industrie overgestapt op andere tactieken. Dus hoe ziet hedendaagse klimaatontkenning eruit?
Er was een tijd dat klimaatontkenning nog makkelijk ter herkennen was. Das war einmal. Nu de klimaatcrisis steeds zichtbaarder is, is de fossiele industrie overgestapt op andere tactieken. Dus hoe ziet hedendaagse klimaatontkenning eruit?
“Klimaatverandering bestaat niet”
Hoewel de klassieke klimaatontkenner steeds zeldzamer wordt, bestaat die nog wel. Zo reageerde PVV-minister Madlener na de overstromingen in Valencia, waar honderden doden vielen, door te stellen dat je de overstromingen “niet zo één-twee-drie” kan koppelen aan het klimaat. Zelfs extreemrechtse partijen als de PVV richten zich tegenwoordig echter vooral op hoe we met het klimaat moeten omgaan, en niet op het ontkennen dat er iets gaande is.
“Het mag vooral niks kosten”
Dit is het op de (uiterst) rechtse flank dominante verhaal gaat. Ja, er is (mogelijk) iets gaande met het klimaat, maar we moeten er vooral geen geld in steken want dat is slecht voor DE BURGER. Dit is een heel geniepig narratief omdat het, zonder dit te benoemen, een op consumenten gerichte aanpak van de klimaatcrisis suggereert die de grote vervuilers buiten schot laat en gewone mensen enorm afschrikt.
“We hebben de industrie nodig”
Dit frame wordt door het volledige politieke centrum omarmd. Ze is alleen simpelweg niet waar. Oliebedrijven als Shell hebben de crisis veroorzaakt en zullen die wat we ze ook bieden niet gaan oplossen. Nog belangrijker is dat dit narratief de crisis reduceert tot de uitstoot van broeikasgassen en de systeemoorzaken buiten beschouwing laat. Dat is uiteindelijk net zo gevaarlijk als ontkennen dat er überhaupt iets aan de hand is.
“Techniek gaat het oplossen”
De techno-utopisten erkennen hoe erg de crisis is, maar benadrukken ondertussen dat technologie tot nu toe alle problemen in de geschiedenis heeft opgelost. Dit is om te beginnen voor een groot deel van de wereldbevolking niet waar en ontkent bovendien dat de klimaatcrisis ondanks allerlei technologische vooruitgang al decenia escaleert. Wat nodig is, is niet meer technologie, maar juist een beweging weg van de techno-utopische vooruitgangslogica die ons mede deze crisis in heeft gebracht.
“2050 is genoeg”
Tot slot heb je de groep - zo'n beetje alle politici - die doet alsof dat klimaatneutraal in 2050 genoeg is om de crisis te bestrijden. Om dit wereldwijd te bereiken zouden we in rijke landen als Nederland in uiterlijk 2030 klimaatneutraal moeten zijn. Een focus op “2050” is misschien logisch om het klimaatakkoord van Parijs te redden, maar zonder realistische lokale doelen is dit net zo dodelijk. Daar hoor je dan weer geen politicus over.
Deze narratieven zijn hardnekkig en vaak moeilijk te herkennen als klimaatontkenning. Als beweging hebben we een taak dit uit te leggen. Veel belangrijker is het echter dat we tegenover deze deze narratieven een eigen verhaal zetten van een klimaatrechtvaardige samenleving die goed is voor iedereen. Alleen vanuit een uitgesproken eigen visie kunnen we mensen meenemen.
Klimaattaal
Klimaatontwrichting is overal. Van hittegolven, tot bosbranden tot overstromingen. Al deze rampen worden veroorzaakt door de klimaatcrisis, die weer wordt veroorzaakt door een kleine, egoïstische economische elite. Toch zou je als je je zou baseren op het nieuws kunnen denken dat dit alles niks met elkaar te maken heeft. Klimaatnieuws blijft vaak hangen in een platte beschrijving van ‘natuurrampen’. Deze zogenaamd neutrale verslaggeving houdt een status quo in stand waarbij fossiele multinationals de planeet kunnen blijven vernietigen en haar bewoners vermoorden. Als klimaatbeweging moet daarom de strijd om taal aangaan. Een eerste stap is om vanaf deze oververhitte zomer niet langer te spreken van natuurrampen, maar van klimaatrampen.
Zullen we ‘natuurrampen’ vanaf deze zomer noemen wat ze zijn: klimaatrampen?
Klimaatontwrichting is overal. Van de branden in Griekenland, Frankrijk en Catalonië, tot de megaoverstroming in Texas, tot de hittegolf van de afgelopen weken. Al deze rampen worden veroorzaakt door de klimaatcrisis, die weer wordt veroorzaakt door een kleine, egoïstische economische elite. Toch zou je als je je zou baseren op de nieuwsberichten over deze rampen kunnen denken dat ze niks met elkaar te maken hebben. Klimaatnieuws blijft vaak hangen in een platte beschrijving van ‘natuurrampen’. Deze zogenaamd neutrale verslaggeving houdt een status quo in stand waarbij fossiele multinationals de planeet kunnen blijven vernietigen en haar bewoners vermoorden.
Sinds de #WeesEerlijkcampagne van Extinction Rebellion bij de NOS voegt die bij nieuws over ‘natuurrampen’ vaak een kader toe met enkele zinnen over klimaatverandering. Dit is winst en laat zien dat actievoeren werkt (en de persvrijheid bovendien op geen enkele manier inperkt). Ook met zo’n kader blijft het klimaat echter bijzaak in nieuwsberichten over klimaatrampen, en dat is gek. Bij andere nieuwsmedia is het elke keer weer afwachten of en hoe het klimaat benoemd wordt in nieuws over klimaatontwrichting.
Hoe we over het klimaat spreken is de afgelopen jaren enorm veranderd. Ooit hadden we het over het broeikaseffect, daarna ging het over klimaatverandering, twee termen die geen enkel gevoel oproepen. Opwarming van de aarde roept dan wel weer een gevoel op, maar eigenlijk wel een lekker ‘warm’ gevoel. Het woord klimaatcrisis geeft voor het eerst een gevoel van de ernst van de situatie, net als klimaatontwrichting, dat beter laat zien dat sprake is van een proces is dat al langer gaande is. Waar ‘het broeikaseffect’ een term uit de wetenschap is, kwamen de termen klimaatverandering en opwarming van de aarde uit de koker van de fossiele industrie, en heeft de klimaatbeweging pas sinds 2019 overwinningen geboekt in hoe we over planetaire ontwrichting praten.
Dat de status quo het belang van taal op waarde schat bleek deze week in een ander dossier. Nu steeds meer burgers actievoeren tegen landbouwgif slaan vier ministeries van dit kabinet de handen ineen. Ze komen niet in actie om het gebruik van landbouwgif uit te bannen, de gezonde reactie, maar hebben reclamemakers gevraagd een pitch te schrijven om het ‘imagoprobleem’ van gif aan te pakken. De ministeries willen dat er minder focus komt op veiligheid, maar dat er ‘een nieuwe kernboodschap’ komt die die uitlegt hoe de onveiligheid van gif beperkt wordt. Marjan Minnesma sprak niet onterecht van Newspeak, de propagandataal uit 1984.
Big-agro en de fossiele industrie bewapenen succesvol taal om de status quo in stand te houden en worden hierbij ondersteund door de grote media. Als klimaatbeweging moet ook wij de strijd om taal aangaan. Een eerste stap is om vanaf deze oververhitte zomer niet langer te spreken van natuurrampen, maar van klimaatrampen.
Klimaatdoelen
In Frankrijk is het op meerdere plekken boven de veertig graden. 2000 scholen zijn er deels of volledig gesloten en ziekenhuisposten in de hoogste staat van paraatheid. In Spanje wordt het op sommige plekken zelfs 46 graden. Er zijn al honderden mensen aan de hitte overleden. Ook in Italië is het op veel plekken 40 graden. In versteende steden ligt deze temperatuur nog hoger. In Nederland is de situatie minder schrijnend, maar ook hier is de eerste hittegolf in drie jaar tijd een feit. Dit is hoe klimaatontwrichting er in 2025 uitziet, en het gaat alleen maar erger worden...
EU laat midden in hittegolf klimaatdoelen los, en doet ook nog eens alsof dat niet zo is
In Frankrijk is het op meerdere plekken boven de veertig graden. 2000 scholen zijn er deels of volledig gesloten en ziekenhuisposten in de hoogste staat van paraatheid. In Spanje wordt het op sommige plekken zelfs 46 graden. Er zijn al honderden mensen aan de hitte overleden. Ook in Italië is het op veel plekken 40 graden. In versteende steden ligt deze temperatuur nog hoger. In Nederland is de situatie minder schrijnend, maar ook hier is de eerste hittegolf in drie jaar tijd een feit. Dit is hoe klimaatontwrichting er in 2025 uitziet, en het gaat alleen maar erger worden...
Ondertussen stelt de Europese Commissie, met Wopke Hoekstra voorop, haar klimaatdoelen stilletjes naar beneden bij. Doelen die om te beginnen al niet afdoende waren om klimaatontwrichting te stoppen. Maanden later dan gepland presenteert de Eurocommissaris voor Klimaat en “Schone Groei” vandaag zijn klimaatdoel voor 2040. Hij doet alsof hij vasthoudt aan het oorspronkelijke doel: 90 procent vermindering van broeikasgassen ten opzichte van 1990. Niks is echter minder waar. Omdat landen jaarlijks 3 procent van hun doelen mogen behalen buiten de EU (opgeteld meer dan de totale uitstoot van Nederland) wordt dit klimaatdoel keihard losgelaten.
Dit klimaatverraad van Wopke Hoekstra is geen verrassing. Niet alleen omdat Hoekstra persoonlijk een conservatieve neoliberaal is, maar omdat de Europese Unie altijd al primair een economische samenwerking was, waar de korte termijnbelangen van multinationals boven de belangen van de inwoners van de EU en de planeet staan.
Klimaatbeleid dat snel en rechtvaardig is gaat niet uit de politiek komen, ook, of zeker, niet uit de Europese. Naast het loslaten van het klimaatdoel voor 2040 blijkt dat uit het afzwakken van de European Green Deal, bedoeld om de verhitting van de planeet te beperken en biodiversiteit te beschermen. Maar waar de nodige beleidsverandering niet uit de Europese politiek zal komen is deze verandering, juist op Europees niveau, wel nodig. Dat vraagt om een verandering in de klimaatbeweging.
De westerse klimaatbeweging, zeker radicale grassgrootsgroepen, organiseren zich nu nog grotendeels op landelijk niveau. Om een enigszins leefbare Aarde veilig te stellen zal er ook een radicale Europese klimaatbeweging moeten zijn, die internationaal samenwerkt om Europees beleid te beïnvloeden. De klimaatcrisis laat zich niet tegenhouden door landsgrenzen, de klimaatbeweging zou dat ook niet moeten doen.
Geen Trumpnorm, een klimaatnorm
We hebben een enorme veiligheidscrisis. Ik heb het niet over de mogelijkheid dat Iran ooit kernwapens krijgt, noch over Trumps bombardementen - al maken die de wereld zeker niet veiliger - maar over de planetaire crisis. Om een kans te hebben deze veiligheidscrisis het hoofd te bieden hebben we geen Trumpnorm nodig, maar een klimaatnorm. Een internationale afspraak om een substantieel deel van het bruto binnenlands product aan klimaatrechtvaardigheid te besteden.
Weg met de Trumpnorm, kom met een klimaatnorm!
We hebben een enorme veiligheidscrisis. Ik heb het niet over de mogelijkheid dat Iran ooit kernwapens krijgt, noch over Trumps bombardementen - al maken die de wereld zeker niet veiliger - maar over de planetaire crisis. Om een kans te hebben deze veiligheidscrisis het hoofd te bieden hebben we geen Trumpnorm nodig, maar een klimaatnorm. Een internationale afspraak om een substantieel deel van het bruto binnenlands product aan klimaatrechtvaardigheid te besteden.
Na druk van Donald Trump en een succesvolle lobby van ‘s werelds succesvolste pindakaasverkoper annex NAVO-eindbaas Mark Rutte zal deze week op de NAVO-top een verhoging van de legeruitgaven worden aangekondigd. Op dit moment zijn deze uitgaven voor NAVO-landen tenminste 2 procent van het bruto binnenlands product, dit telt voor Europa op tot drie keer zoveel legeruitgaven als Rusland. Met de Trumpnorm zou dit bedrag nog eens bijna verdubbeld worden naar 3,5 procent. Daarnaast zouden NAVO-landen 1,5 procent van hun BBP moeten uitgeven aan zaken die ondersteunend zijn aan het leger zoals wegen.
In Nederland zou dit betekenen dat we bovenop de 26 miljard die we nu al jaarlijks kwijt zijn aan het leger, 16 tot 19 miljard extra zouden moeten uitgeven. Dit is ruim duizend euro per Nederlander per jaar die niet kan worden uitgegeven aan - en waarschijnlijk zal worden bezuinigd op - zorg, onderwijs, sociale zekerheid en het klimaat. Door miljarden in het leger te steken en vol op de oorlogstrom te slaan wordt de bevolking banggemaakt voor een militaire dreiging uit Rusland en klaargestoomd voor een oorlog. Dit maakt de kans dat deze daadwerkelijk plaatsvindt alleen maar groter.
De Trumpnorm maakt de wereld niet veiliger, maar onveiliger, en zou dus zo snel mogelijk weer moeten worden afgeschaft zodat diplomatie, gezond verstand en vrede een kans krijgen. Een klimaatnorm kan juist een cruciale rol spelen in het creëren van een veilige wereld. Diersoorten verdwijnen op een sneller tempo dan tijdens het uitsterven van de dinosauriërs, elke dag vinden er klimaatrampen plaats en het lijkt erop dat we het bereiken van kantelpunten in het klimaat niet meer kunnen stoppen, waardoor grote delen van de wereld volledig onleefbaar zullen worden. De planetaire crisis is de grootste veiligheidsbedreiging in de menselijke geschiedenis. Ze heeft bovendien niet alleen directe gevolgen maar werkt ook als threat-multiplier: de planetaire crisis versterkt honger, ziekte, schaarste, seksueel- en gendergerelateerd geweld, conflict en oorlog.
Klimaatbeleid is cruciaal voor onze veiligheid, het vergroten van gelijkheid en het beschermen van mensenrechten en de democratie. Toch geeft Nederland in vergelijking met legergroen maar een schijntje uit aan klimaatgroen. De totale klimaatuitgaven zijn in 2025 volgens het kabinet 6 miljard euro. Als je daar ruimhartig de 1,8 aan groene subsidies bij optelt zit je nog steeds slechts op een kleine acht miljard euro. Dit is minder dan een derde van de huidige legeruitgaven en een vijfde van die onder onder de Trumpnorm. Als je de veertig miljard aan jaarlijkse fossiele subsidies en belastingvoordelen meetelt geeft Nederland onder de lijn zelfs meer geld uit aan het versterken van de planetaire crisis dan aan het bestrijden hiervan.
Terwijl de NAVO-landen de afgelopen weken één voor één de rijen sloten achter Donald Trump en Mark Rutte, was er één land dat als een klein dorpje in Gallië verzet bleef bieden. Volgens de Spaanse premier Sanchez is het behalen van de Trumpnorm alleen mogelijk “door de belastingen voor de middenklasse te verhogen, de publieke voorzieningen te verminderen en de klimaattransitie te vertragen”, en is de norm daarom “onverenigbaar met onze verzorgingsstaat en onze visie op de wereld.” Het is een helder moreel standpunt. De standvastigheid van Sanchez had bovendien effect. Spanje ‘mag’ van Rutte nu zijn “eigen soevereine pad” bewandelen om de NAVO-doelstellingen te behalen. In de praktijk betekent dit het loslaten van een harde financiële norm. Ook België en Slowakijke hebben zich inmiddels uitgesproken tegen een harde Trumpnorm en dit verzet kan alleen maar groeien. Misschien is het werkelijke soevereine pad om Rutte gewoon compleet te negeren, Trumpnnorm of niet. NAVO-lidstaten hebben de 2 procentsnorm ook decennia genegeerd zonder merkbare gevolgen, dus waarom zouden we ons iets van Rutte aantrekken? Laat dit het begin zijn van een ommekeer in de gevaarlijke wapenwedloop. Er zijn geen investeringen in oorlog nodig, maar in echte veiligheid. Weg met de Trumpnorm, kom met een klimaatnorm!